Primaire arbeidswetgeving

Los van de Wet DBA, die heeft beoogd duidelijkheid te scheppen in de arbeidsrelaties met zzp’ers, is er primaire arbeidswetgeving van toepassing op alle arbeidsrelaties. De wet onderscheidt verschillende soorten arbeidsrelaties: 1) Arbeidsovereenkomst (dienstbetrekking), 2) Aanneming van werk en 3) Overeenkomst van opdracht.

Soorten arbeidsrelaties

De wet onderscheidt verschillende soorten arbeidsrelaties:

1) Arbeidsovereenkomst (dienstbetrekking)
Dit is een overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer waarin zij afspraken maken over de voorwaarden waaronder de werknemer tegen betaling en in gezagsverhouding zal werken.

2) Aanneming van werk
Dit is een overeenkomst waarbij de opdrachtnemer zich verplicht om tegen een bepaalde prijs een bepaald (bouw)werk tot stand te brengen voor de opdrachtgever.

3) Overeenkomst van opdracht
Dit is een overeenkomst waarbij de opdrachtgever een bepaalde dienst of prestatie opdraagt aan een opdrachtnemer. De opdrachtnemer voert deze dienst of de prestatie zelfstandig uit.

Beoordeling van de arbeidsrelatie

Bij de beoordeling van een arbeidsrelatie is het van belang wat partijen voor ogen staat bij het begin van de werkzaamheden en hoe zij dat vormgeven. Voor het uiteindelijk vaststellen van het soort arbeidsrelatie is niet één enkel kenmerk beslissend: alle omstandigheden bij de feitelijke uitvoering van de overeenkomst zijn in hun onderlinge samenhang beslissend.

Loonheffingen

Indien er geen sprake is van een Arbeidsovereenkomst, hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en te betalen.

Loonheffingen zijn:

  • de loonbelasting/premie volksverzekeringen
  • de premies werknemersverzekeringen
  • de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (werkgeversheffing Zvw en bijdrage Zvw)

Geen loonheffingen op basis van primaire wetgeving

Wanneer wij de arbeidsrelaties met onze ZZP’ers toetsen aan primaire wetgeving, stellen wij dat er geen sprake is van een (al dan niet fictieve) dienstbetrekking en dat er derhalve geen loonheffingen ingehouden hoeven te worden. Mocht er in een uitzonderlijk geval door de Belastingdienst toch anders worden geoordeeld, dan is in ons geval niet de inlener maar Regiebouw inhoudingsplichting. Dit aangezien Regiebouw juridisch opdrachtgever van de ZZP’ers is die worden in-/uitgeleend.

Meer over de toetsing van arbeidsrelaties